Secretaris, ledenadministratie en
beheer verenigingsartikelen:

Hans Boessenkool
jboessenkool@home.nl
Penningmeester:


Pieter Pons
p.pons@solconmail.nl
Archief, Redacteur Nieuwsbrief
en Witte Bison:

Frits Roest
frits.roest@gmail.com
Voorzitter, algemene zaken,
en beheerder Bibliotheek:

Jan Willem van der Jagt
jwvdjagt@gmail.com
Bestuur:
De vereniging is opgericht in 2006, en komt tweemaal per jaar bij elkaar rond mei en november. De eerste bijeenkomst is tevens de algemene ledenvergadering.

De vereniging  brengt regelmatig een nieuwsbrief uit, en tweemaal per jaar verschijnt het verenigingsblad "De Witte Bison". De vereniging telt ruim 110 leden.
Deze website is voor het laatst gewijzigd op 17 augustus 2025
Bijeenkomsten:
2025: 8 november
2026: 25 april en 7 november
"De witte Bison"
Het verenigingsblad.
Algemene zaken, externe betrekkingen,
P.R., Evenementen:
Ger Tielen
ger.tielen@gmail.com
Bankrekening:
NL85 RABO 0113 9355 01  t.n.v.
Karl May Vereniging
KvK-nr. 20148588.
Fiscaal nummer 820328777





 
ANBI Algemeen Nut Beogende Instelling.
Algemene zaken:


Peter Nefs
pmjnefs@gmail.com
Beheerder website: Jurjen Wolters
Welkom op de website van de Karl May Vereniging!
 
    Karl May-Personenbespreking 20 april 2024 :  Mohammed Emin en Amad el Ghandoer

    De bespreking van personen uit Karl May’s boeken op 11 november j.l. mag een succes genoemd worden. Aan de hand van de personen Old Surehand en Apanatshka als kapstok is een groot aantal facetten uit het oeuvre van de schrijver aan de orde geweest.
    Voor de eerstvolgende Karl May-dag hebben wij gekozen voor de personen van Mohammed Emin en zijn zoon Amad el Ghandoer uit de Oriëntcyclus. Zij komen voor in (1.) de Becht-delen Kara Ben Nemsi, Door Koerdistan, en Van Bagdad naar Stamboel (1e of 2e ed.; Spectrum-delen 16 t/m 18). Amad is bovendien actief in (2.) het aanhangsel bij het 6e deel van deze reeks, waarbij Rih aan zijn einde komt, en hij zich vervolgens als sjeik terugtrekt (Becht De Kara-Nirwan-Khan, slot; Spectrum dl.24,2). Tenslotte speelt Amad een bijrol in (3.) het korte verhaal Nûr es semâ (d.i. Licht van de hemel), dat als een van de 12 kleine Schoonderbeeks is uitgegeven onder de titel De Valsche Talisman, en tevens als feuilleton opgenomen in Bison nr.9 van april 2011. Chronologisch speelt deze vertelling vóór Rih’s Dood.

    1. Sjeik Mohammed Emin ontmoeten we het eerst op de helft van het 1e deel van de Oriëntcyclus. We horen al spoedig dat zijn zoon Amad verraderlijk gevangen gezet is door de goeverneur van Mossoel. Na de roemrijke overwinning op de vijanden van de stam der Haddedihn begeeft Mohammed Emin zich met Kara Ben Nemsi en Halef op weg om Amad te bevrijden, waarbij ook Sir David Lindsay een rol speelt (Amad komt in persoon voor vanaf ongeveer één-derde van het 2e deel, althans in de Duitse boekuitgave). Nadat zij erin geslaagd zijn Amad uit de gevangenis te halen, moeten ze met een grote omweg de stam weer zien te bereiken. Hierbij sneuvelt Mohammed Emin in een gevecht met de Bebbeh-Koerden, nadat er een conflict tussen hem en zijn zoon enerzijds en Kara anderzijds is ontstaan. Amad trekt er alleen op uit om zijn vaders dood te wreken (3e deel).

    2. In het aanhangsel bij het 6e deel (in het Duits: Der Schut), dat rechtstreeks voor de boekuitgave van Fehsenfeld geschreven is, wil Amad het graf van zijn vader bezoeken, vergezeld door Kara Ben Nemsi met Halef en Lindsay, en een kleine troep Haddedihn. Opnieuw komt er een conflict tussen Amad en Kara, met het fatale gevolg dat Kara’s hengst Rih in een nieuw gevecht met de Bebbeh het leven laat. Amad ziet zich vervolgens genoodzaakt als sjeik af te treden.

    3. Een merkwaardige plaats neemt het korte verhaal Nûr es semâ / De Valsche Talisman in. Aan het begin wordt ons verteld dat Kara Ben Nemsi met Halef onderweg is van Bagdad naar de Haddedihn, om hun vriend sjeik Amad op te zoeken, die ze van jaren tevoren kenden. Halef is in deze vertelling duidelijk niet in de stam opgenomen, Rih komt niet voor en wordt niet genoemd. De hele geschiedenis is moeilijk te plaatsen in het geheel van de verhalen over Kara en Halef met de Haddedihn. Je krijgt de indruk dat het om een vroeg verhaal gaat, uit de tijd van de publicatie van de eerste gedeelten van de Oriëntcyclus, dus ca.1881 / 82, toen het Karl May kennelijk nog niet helder voor ogen zweefde hoe hij het verder wilde afwikkelen. Daarentegen dateert de vroegst bekende publicatie pas uit 1893, in Benzinger’s Marien-Kalender! Toen was het gegeven dat Halef inmiddels tot de stam der Haddedihn behoorde allang gemeengoed. Naar mijn mening kunnen we er niet onderuit voor het ontstaan van het verhaal en de eerste uitgave een veel vroegere datum aan te nemen, wellicht onder pseudoniem.
* Karl May had vóór de start van de Fehsenfeld-reeks de gewoonte zijn eerder uitgegeven verhalen vaak opnieuw in een ander tijdschrift te publiceren. In 1894 is deze vertelling opgenomen in Fehsenfelds verzamelbundel Orangen und Datteln, zonder wezenlijke veranderingen, dus ook met behoud van de boven genoemde ‘vreemde’ omstandigheden.

    Ter voorbereiding kan men voor de eerste twee Oriënt-delen de boeksamenvattingen van Wil Storken raadplegen in Bison 27 & 34. In het eerstgenoemde tijdschriftnummer vindt men ook een leesinstructie voor het 1e deel, met informatie over de tekstgeschiedenis; wat daar gezegd is over aan te bevelen uitgaven geldt ook voor de overige delen van de Oriëntcyclus. De reprint van de originele Duitse tijdschrifttekst van het 2e deel heeft dezelfde link als die van het 1e deel www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/orient/reprint/zeitung/gioelged/index.htm ;  die van het 3e en 4e deel vindt men hier :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/orient/reprint/zeitung/karavane/index.htm.  De oudst bekende Duitse tekst van Nûr es semâ is hier te raadplegen :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/erzaehl/reise/himmelslicht/nur-es-sema-himmelslicht.php.

Boekuitgaven : 
dl.1 :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr/gr01/gr01-txt.pdf ;
dl.2 :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr/gr02/gr02-txt.pdf ;
dl.3 :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr/gr03/gr03-txt.pdf ;
dl.6 :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr/gr06/gr06-txt.pdf ;
Nûr es semâ :  https://www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr10/gr10-txt.pdf.

Het is nuttig hier alvast te vermelden dat wij voor de personenbespreking tijdens de  Karl May-dag in het komende najaar geen helden, maar schurken gekozen hebben, nl. de gebroeders Cortejo en hun dochter c.q. nicht Josefa, en verder hun bondgenoot Landola. Zie de Waldröschen-serie, bij voorkeur uitgave Schoonderbeek: Matavase t/m Cortéjo in de prairie (of anders de – zeer  sterk bewerkte – Spectrum-serie, dl.26-30). Nadere informatie komt z.s.m. op de website.

* Voor wie het interesseert :  iets dergelijks is ook het geval met het verhaal Mater dolorosa (= Schoond. Het Kruis van Jussuf Ali), waarin ook opmerkingen over Halef voorkomen die in strijd zijn met latere uitgaven, zodat het dus een veel oudere ontstaansdatum zou moeten hebben dan 1892 (Regensburger Marien-Kalender).