Secretaris, ledenadministratie en
beheer verenigingsartikelen:

Hans Boessenkool
jboessenkool@home.nl
Penningmeester:


Pieter Pons
p.pons@solconmail.nl
Archief, Redacteur Nieuwsbrief
en Witte Bison:

Frits Roest
frits.roest@gmail.com
Voorzitter, algemene zaken,
en beheerder Bibliotheek:

Jan Willem van der Jagt
jwvdjagt@gmail.com
Bestuur:
De vereniging is opgericht in 2006, en komt tweemaal per jaar bij elkaar rond mei en november. De eerste bijeenkomst is tevens de algemene ledenvergadering.

De vereniging  brengt regelmatig een nieuwsbrief uit, en tweemaal per jaar verschijnt het verenigingsblad "De Witte Bison". De vereniging telt ruim 110 leden.
Deze website is voor het laatst gewijzigd op 17 augustus 2025
Bijeenkomsten:
2025: 8 november
2026: 25 april en 7 november
"De witte Bison"
Het verenigingsblad.
Algemene zaken, externe betrekkingen,
P.R., Evenementen:
Ger Tielen
ger.tielen@gmail.com
Bankrekening:
NL85 RABO 0113 9355 01  t.n.v.
Karl May Vereniging
KvK-nr. 20148588.
Fiscaal nummer 820328777





 
ANBI Algemeen Nut Beogende Instelling.
Algemene zaken:


Peter Nefs
pmjnefs@gmail.com
Beheerder website: Jurjen Wolters
Welkom op de website van de Karl May Vereniging!
 
Saturday, November 11, 2023
Karl May-figurenbespreking 11 november 2023 :  Old Surehand en Apanatshka

De vorige Karl May-dagen is aan de orde geweest dat het wellicht zinvol is de boekbespreking te vervangen door een ander concept.  De boekbespreking zelf was sinds het voorjaar van 2016 in plaats gekomen van de Karl May-quiz.
Inmiddels hebben we een overgangsinvulling gehad door het initiatief van Tom van der Geugten, die in april j.l. een belangrijk fragment uit Karl May’s autobiografie ter bespreking gesteld heeft (zie het verslag in de nieuwe Bison nr.34, die in het najaar zal verschijnen).
Voor de komende tijd willen we niet meer zozeer boeken van Karl May bespreken, maar figuren die belangrijke rollen spelen in een of meer van de verhalen. We zullen nu eens personen uit het Wilde Westen, dan weer uit de Oriënt voorstellen, waarbij ook schurken aan bod zullen komen.  Tijdens onze Karl May-dag op 11 november a.s. zullen Old Surehand en Apanatshka ‘het spits afbijten’.  Ter toelichting hierop het volgende :

De jonge westman Old Surehand komt allereerst voor in de naar hem genoemde romancyclus Old Surehand I-III.  De oorspronkelijke Duitse Fehsenfeld-editie bestaat uit 3 delen, waarvan het middelste, afgezien van het laatste hoofdstuk, niet met Old Surehand te maken heeft.  In het Nederlands zijn het doorgaans 2 delen, De (oase in de) Llano Estacado en De Duivelskop in het Rotsgebergte c.q. Het geheim van Old Surehand.  Zie voor de bijzondere tekstgeschiedenis en een samenvatting van deze verhalen Bison nr.25 - mei 2019 (blz.13 t/m 17), en nr.26 - nov.2019 (blz.18 t/m 23).  Zoals men zal weten komt het Comanche-opperhoofd Apanatshka verhoudingsgewijs laat in deel I te voorschijn, na ongeveer vijf-zesde van het verhaal.  In het laatste deel is het juist omgekeerd, daar verschijnt Apanatshka het eerst ten tonele, na ongeveer één-zesde van het verhaal, terwijl Old Surehand pas daadwerkelijk optreedt na ongeveer twee-derde van het boek.  Anderzijds moet wel benadrukt worden dat deze laatste vrijwel vanaf het begin telkens weer ter sprake komt, want hij is toch de persoon om wie alles draait.
Verder spelen de beide helden hun rol in Karl May’s laatste roman, Winnetou IV (Ndl. Het Testament c.q. De boodschap van Winnetou) ;  maar hier maken zij beiden een geheel andere indruk.  Dit boek is tijdens de Karl May-dag in het najaar van 2019 ter sprake gekomen, door omstandigheden is er echter geen samenvatting van het boek in de Bison verschenen.  Maar men kan in elk geval de toelichting raadplegen aan de binnenkant van het voorplat van de betreffende Spectrum-pocket 13.  Voor de tekstgeschiedenis en leesinstructie zie men de hieronder opgenomen tekst, die destijds bij de boekbespreking gebruikt is.

Het lijkt ons interessant deze twee romanfiguren in hun verschillende aspecten op onze Karl May-dag te bespreken.

Jan Willem van der Jagt

Saturday, November 11, 2023
    Tekstgeschiedenis en leesinstructie “Winnetou’s Testament”

    Voor de boekbespreking tijdens de Karl May-dag in november 2019 is gekozen voor Karl May’s laatste roman, Winnetou’s Testament (of :  De Boodschap van Winnetou).  Oorspronkelijk was de titel van dit werk Winnetou IV, dat daardoor nauw wilde aansluiten bij de trilogie Winnetou I-III.  Vanaf de tweede druk (1914) heeft de Karl May Stiftung – voorloper van de Verlag – in Radebeul de titel gewijzigd in Winnetous Erben (d.i. “Winnetou’s erfgenamen”).  Dit was enerzijds in verband met het feit dat dit boek tot het latere werk van Karl May hoort, dat duidelijk andere wegen inslaat dan de bekende avonturenromans over Amerika en Oriënt, en anderzijds omdat men wilde vermijden dat de lezers zouden verwachten dat Winnetou zelf optrad.  Tot 1931 is daarbij de tekst verder onveranderd gebleven.  Maar vanaf dat jaar is het werk in een grondige bewerking bij de Karl May Verlag verschenen (vanaf het 89e dzd.), die 75 bladzijden korter is (548 i.p.v. 623 blz.).  Bovendien heeft men daarbij in de handeling ingegrepen door de figuur van de verder nergens bij Karl May voorkomende Max Pappermann uit te splitsen over de “omgekeerde toasts” uit de Old Surehand-serie, wat uiteraard een heel ander beeld geeft.  Literair-historisch is dit niet te verdedigen, juist ook omdat Karl May zijn late werk heel zorgvuldig formuleert, en daar een duidelijke bedoeling mee heeft.  Bovendien moet vermeld worden dat de persoon van Max Pappermann ongetwijfeld een zelfspiegeling van de auteur is (zoals vaak bij personen met de voornaam ‘Max’, die te vergelijken is met zijn achternaam ‘May’).  Na de oorlog heeft men deze operatie weer ongedaan gemaakt, zodat de Bamberg-editie de figuur van Pappermann biedt, maar overigens zoals te verwachten bewerkt is.
    In ons taalgebied vertonen de vooroorlogse edities (m.n. Becht en HUF c.s.) een tekst met Pappermann, terwijl merkwaardig genoeg voor de naoorlogse pocketserie van Het Spectrum juist teruggegrepen is op de versie met de “toasts”, Dick Hammerdull en Pitt Holbers.  Dit is voorzover ik het kan overzien ook het geval met de hierop gebaseerde uitgaven, zoals Kadmos.  De versie van Skarabee daarentegen gaat terug op de Bamberg-uitgave, dus met Pappermann.

    De originele Duitse tekst kent twee versies, allereerst een voorafdruk voor het tijdschrift “Augsburger Postzeitung”, in de bijlage Lueginsland (1909-1910 ;  
www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/winn_4/reprint/index.htm), en dan de boekuitgave van Fehsenfeld (1910 ;  www.karl-may-gesellschaft.de/kmg/primlit/reise/gr/gr33/index.htm). Er is weinig verschil tussen deze teksten.  De Fehsenfeld-editie is uitgebracht met twee verschillende voorplats :  het eerste, zeldzaamste, heeft dezelfde afbeelding als Winnetou I-III, de tweede heeft een illustratie uit 1903 van Sascha Schneider, oorspronkelijk getiteld “Die sterbende Menschheit”.
    Voor de lectuur in het Nederlands kan men m.i. het beste kiezen voor de Becht-uitgave (1e of 2e ed.), die op de originele Fehsenfeld-tekst gebaseerd is, of voor de Skarabee-editie.  Hierbij moet wel aangetekend worden dat de Becht-teksten in het algemeen gesproken minder onbewerkt blijken te zijn dan eerder gedacht.  De Spectrum-tekst komt om de genoemde reden niet heel goed in aanmerking.

    Veel leesplezier gewenst !


    N.b.  Het is goed hier te wijzen op twee niet onbelangrijke tekstverbeteringen
    1.  Als Old Shatterhand in het spookachtige ‘Huis des Doods’ de vijandig gezinde opperhoofden en medicijn­mannen wil afluisteren, zegt Klara :  “Het is, of wij in de hel zijn!” (Becht 1e dr., p.224 ;  vgl. Spectrum p.201).  Maar in de oorspronkelijke tijdschriftuitgave (p.51 b) leest men :  “Danke im Inferno!”, wat ongetwijfeld een leesfout is voor “Dante im Inferno!”.  Karl May heeft het in zijn werken en correspondentie vaak over Dante en zijn Inferno (de tekst in de boek­uitgave van Fehsenfeld, p.367, waarop alle latere bewerkingen en vertalingen gebaseerd zijn, is kennelijk een verlegen­heids­oplossing :  “Denke, wir sind im Inferno!”).
    2.  Wanneer Old Shatterhand bij het ‘Slot’ van Tatellah Satah aankomt, geeft hij de indruk weer die de bouwkunst van de Indianen op hem maakt :  ‘ ... al deze bouwwerken ... waren echt-Indiaansch.’ (Becht 1e druk, p.255 ;  vgl. Spectrum p.230).  In de oudere tijdschriftuitgave (p.108 a) is ook hier sprake van een leesfout :  ‘... einen ... indischen Eindruck’, waar duidelijk bedoeld is ‘kindischen Eindruck’ (Fehsenfeld, p.416, heeft er van gemaakt :  ‘indianischen Eindruck’).  Het kinderlijke van de Indiaan is juist in dit boek een belangrijk thema.
    Zulke leesfouten komen bij het verwerken van handgeschreven tekst vaker voor.


Nieuw !  I.p.v boekbespreking bespreking van de personenfiguren Old Surehand en Apanatshka